Moengo Science Park als spil voor ontwikkeling Marowijne

Na het vertrek van de Suralco en het einde van de mijnbouw-economie in Marowijne als drager van de economische ontwikkeling moet de agro-, toerisme- en creatieve economie via het ontwikkelingsmodel “Greenport Marowijne”, het district nieuw leven inblazen. Waar voorheen één werkgever voor werk en inkomsten zorgde, moeten nu veel kleine en verschillende lokale bedrijven ontstaan. In samenwerking met investeerders moeten zij zorgen voor de sociale en economische ontwikkeling van Marowijne.
Iedere economisch sterke regio is gebaad bij een sterke en goed opgeleide middenstand met een sterke kennisbasis met innovatieve capaciteit.
De stichting SOIL Masonkondre, de Technische Universiteit Delft, de Anton de Kom Universiteit en de Universiteit Antwerpen hebben een samenwerkingsverband gesloten, dat die ontwikkeling moet ondersteunen. In het opgestelde plan van aanpak is Moengo het centrum van de economische ontwikkeling waarbij de partners en anderen, Stafdorp tot het Moengo Science Park zullen ontwikkelen als motor voor Greenport Marowijne. Dit ontwikkelingsmodel moet zorgen voor onderwijs en onderzoek die lokaal ondernemerschap stimuleren en zorgen voor duurzame economische ontwikkeling met voldoende werk en inkomen voor de regio. Dit project is echter afhankelijk van de medewerking van de overheid en de SURALCO/ALCOA.

Nu de mijnbouwactiviteiten van de SURALCO beëindigd zijn, is de economische productie in Marowijne bijna tot het nulpunt gedaald. Op dit moment zijn er geen grote bedrijven in Marowijne die in dezelfde mate als de SURALCO de economie van het district dragen. Surgold is er in het nabije Meriamgebied, maar heeft bijna geen economische invloed op de regio met een jonge populatie van ongeveer 20.000 inwoners, die snelgroeiend is en op zoek naar werk en inkomen.
Er is veel jeugdwerkloosheid en veel uitzichtloosheid. De grootste werkgever is nu de overheid met ambtenaren en leerkrachten. De overheid produceert niets wat verkocht kan worden en draagt dus niet direct bij aan de economische productie en ontwikkeling. Te veel overheidsbanen die niet bijdragen aan de economische productie, is niet goed voor Marowijne en ook niet voor Suriname.
De ontwikkeling verder zoeken in de mijnbouw zal van tijdelijke aard zijn, zoals is gebleken met bauxiet, kaolien en straks ook zal blijken met de goudwinning. Mijnbouw is per definitie eindigend en vermindert de waarde van de gronden en omgeving.
SOIL samen met de partners, (TU Delft, AdeK en UA), hebben na intensief onderzoek het model van Greenport Marowijne ontwikkeld voor een duurzame sociale en economische ontwikkeling. Daarbij zal ondernemerschap van de lokale bevolking een rol spelen, ondersteund door onderzoek en onderwijs. De ontwikkeling moet niet gefocust zijn op één sector, maar gebaseerd op meerdere sectoren én de sterke punten van Marowijne: de agrosector, de toerisme sector en de creatieve sector, die ieder een onderdeel vormen van de lokale economie in Marowijne.

Agro economie
De agrosector bestaat in Marowijne al. Bijna iedere huishouding doet aan landbouw, alleen in een verouderde vorm en er wordt onvoldoende geëxporteerd. Modernisering van de landbouw biedt toekomst voor de regio. Moderne landbouw gaat uit van moderne technieken voor de productie en houdt rekening met de internationale eisen waardoor het kan exporteren. De behoefte aan landbouw en foodproducten zal blijven toenemen vanwege de groei van de wereldbevolking en de trek van mensen overal ter wereld van het platteland naar de stad. De schatting is dat rond 2050 ongeveer 75% van de wereldbevolking in stedelijke omgevingen zal wonen en dat betekent dat 25% op het platteland achterblijft en moet zorgen voor het voedsel van de meerderheid, samen met alle vormen die men aan het bedenken is voor telen en produceren in stedelijke omgevingen.
De uitdaging is dat Marowijne toewerkt naar een positie om een van de leveranciers van landbouwproducten en foodproducten te zijn, die voldoen aan de internationale eisen en aan de internationale markt kan leveren. Het model dat hiervoor ontwikkeld is, heet “Greenport Marowijne” dat een geheel is van bedrijven, ondernemingen en organisaties, in de primaire (landbouw), secundaire (verwerkend/food), tertiaire (dienstverlening) en quartaire sector (overheid). Rond 2050 moet er een goede agri- en foodsector in Marowijne aanwezig zijn als een van de dragers van de lokale economie. Voldoende boeren moeten telen op basis van de internationale kwaliteitseisen van Global GAP en lokale foodproducenten moeten produceren op basis van HACCP, de internationale standaard voor foodproductie.
De prijzen voor goede landbouw- en foodproducten zullen stabiel zijn of stijgen vanwege de grote vraag op de wereldmarkt door de groei van de wereldbevolking. Marowijne heeft in potentie veel vruchtbare landbouwgrond, vandaar dat er veel potentie is in het opzetten van een landbouweconomie op basis van een netwerk van producenten ondersteund door research en opleiding in alle geledingen van de sector.
Een ander deel van de agro-sector is de non-food sector waar medicijnen en materialen geproduceerd kunnen worden. Met de mogelijkheden die het Amazonegebied biedt voor onderzoek naar nieuwe materialen en medicijnen voor de wereldmarkt, is dit een interessant onderdeel van de agrosector in Marowijne.

Toerisme economie
Naast innovatieve landbouw als bron van duurzame economische productie, beschikt Marowijne ook over landschappelijke, cultuur-historische en culinaire troeven voor de ontwikkeling van een lokaal verankerde toerisme-economie. Moengo is omringd door uitgestrekte wouden, veel visrijke kreekjes, vogels, vlinders en zoogdieren en authentieke Marronnederzettingen langs de Cotticarivier waar trektochten, bird- en butterflyspotting, boottochten, fietstochten en hengeltochten kunnen worden georganiseerd.
De omgeving draagt ook de sporen van jarenlange ontginningsactiviteiten door de mens zoals: bauxietontginning, houtbouw, goudontginning, podosirioogst en jacht. De paden en meren die hier achtergelaten werden, vormen belangrijke troeven voor de actieve recreant. Kleine verbindingswegen, paadjes en bruggen maken de natuur toegankelijk. In de meren kan er gezwommen en gevist worden. De houtconcessiewegen en gedeelten van het oude cordonpad worden nu reeds sporadisch gebruikt door fietsers (Moengo Challenge). Het gebied ligt ook vol verhalen van het ontstaan van de verschillende dorpen tijdens de slavernij en na de terugkeer vanuit de Tapanahony. Ook het gebouwde erfgoed van de bauxietontginningsperiode is een troef. De sporen en verhalen van de binnenlandse oorlog kunnen aantrekkelijk zijn voor ‘war memorial’ toerisme.
Moengo zou ook een uitvalsbasis kunnen zijn voor bezoeken aan de iets verder gelegen natuurschatten zoals de natuursteenformaties van Patamacca, Langetabbetje, de Wia-Wiazandbank langs de kust tegenover Wan Hatti, waar zeeschildpadden (Aitkanti, Warana) eieren komen leggen en waar je rode ibissen, reigersoorten en vissen kan spotten. De Wanekreek is een natuurreservaat waar een bijzonder type grond (Wayambotype) voorkomt dat nergens anders in Suriname is te vinden.
Marowijne ligt dicht bij Frans-Guyana, onderdeel van Europa, en het Noordoosten van Brazilië met een miljoenenpopulatie, vormt een goede exportmarkt voor landbouwproducten, maar het is ook een regio waar veel toeristen vandaan kunnen komen.

Creatieve economie
De troeven voor de creatieve economie liggen vooral bij de verdere ontwikkeling van de nu al aanwezige kunstuitingen en het jaarlijkse Moengo festival voor muziek, beeldende kunst en dans. Ook theater en film kunnen een bijdrage leveren binnen deze sector aan de ontwikkeling van het district als onderdeel van Greenport Marowijne. Verschillende stichtingen ijveren voor het behoud van de authentieke tradities van de marrons, de Javanen en die van de inheemse gemeenschap. Ook atletiek zal een goede basis zijn voor de ontwikkeling van de regio, vanwege het aanwezige talent.

Moengo Science Park
Voor de ontwikkeling van Greenport Marowijne waarbij alle drie sectoren (agro, toerisme en creatief) ondersteund worden, is de ligging van Stafdorp strategisch vanwege de al aanwezige infrastructuur aan wegen en gebouwen, de centrale ligging en de nabijheid van de Cotticarivier. Stafdorp wordt het cruciale centrum voor onderzoek, ontwikkeling en onderwijs met laboratoria, collegezalen en trainingsfaciliteiten en waarbij de informatietechnologie een belangrijke rol zal spelen. Alle drie universiteiten (AdeK, UA en TU Delft) met partners, kunnen er een dependance vestigen wat een unicum voor Suriname zal zijn, maar cruciaal voor de ontwikkeling van Marowijne en een voorbeeld voor de ontwikkeling van andere gebieden in Suriname. Er zal steeds gezocht worden naar partners die een bijdrage kunnen leveren.
Het stafdorp krijgt hierdoor een unieke herbestemming en het erfgoed van SURALCO/ALCOA blijft behouden.
Op dit moment vereist Stafdorp veel onderhoud en om het te ontwikkelen tot Moengo Science Park als onderdeel en motor van Greenport Marowijne, is er een behoorlijke investering nodig. Stafdorp is onderdeel van Moengo en zal voor altijd verbonden blijven aan de naam en geschiedenis van de SURALCO en de ALCOA. Als nalatenschap en om de goede naam van de SURALCO en ALCOA hoog te houden, zal de SURALCO in samenwerking met de ALCOA substantieel moeten investeren in de verdere ontwikkeling van Stafdorp tot het Moengo Science Park als onderdeel van Greenport Marowijne. Het is ook een nalatenschap na ongeveer 100 jaar en om de regio een push te geven naar verdere ontwikkeling.

Dit project, om Stafdorp te maken tot de motor van de herontwikkeling van Moengo en omstreken, is aan de overheid en de SURALCO gepresenteerd. De voortgang hiervan is afhankelijk van hun steun.